Stoere jongens en acrobaten

Twee koolmezen, één merel, één houtduif, zeven kauwen, twee pimpelmezen en één gaai. Met dit vogellijstje startte ik afgelopen zaterdag mijn weekend. Mooie bijvangst: een half uurtje heerlijk relaxed zijn met een kop thee en verrekijker binnen handbereik. Met dank aan de Nationale tuinvogeltelling van de Vogelbescherming. Heeft u ook meegedaan? Ik kan het van harte aanbevelen! Want het is ontzettend leuk om het gedrag van de verschillende soorten te ontdekken.

Zo is de gaai superhandig in het naar binnen hengelen van een pindaslinger vanaf een tak. Hangen koolmezen aan diezelfde slinger net zo behendig ondersteboven een pinda mee te pikken. Is de merel een oplettende bezoeker: zoekend naar wormen in het grasveld houdt hij zijn omgeving nauwlettend in de gaten. En de kauwen vormen samen overduidelijk de stoere jongensgroep uit de buurt. Intimiderend maken de ze ene scherpe bocht na de andere om uiteindelijk te landen op het dak van ons tuinhuisje. Uitdagend rondlopend: het is duidelijk van wie op dat moment onze tuin eigenlijk is.

Ik heb ‘mijn’ vogels genoteerd in de app van de tuinvogeltelling. Maar op dat moment waren nog lang niet alle tellingen binnen. Ik twijfel er niet aan dat de huismus en koolmees de top 3 zullen aanvoeren. Sinds de telling startte in 2001 zitten beiden hier stevig in het zadel. En ondanks dat het een momentopname is, worden er wel trends ontdekt omdat we met z’n allen al ruim 20 jaar op dezelfde manier in onze tuinen tellen. Een mooi staaltje citizen science! Waarin burgers en wetenschap samenwerken om vogels in en om onze tuinen nog beter te kunnen beschermen!

En hoewel het zeker geen wedstrijd is bespeur ik bij mijzelf toch een soort fanatisme om zoveel mogelijk verschillende soorten te ‘scoren’. Jammer dat ik de drie acrobaten niet mee mocht tellen: de staartmezen kwamen een half uurtje te laat buurten…..

Tekst: Mirjam Eikelenboom