Turkse tortels zijn pas sinds de jaren '50 in Nederland, maar zijn in de bebouwde kom één van de algemeenste vogels.
Turkse tortels zijn pas sinds de jaren '50 in Nederland, maar zijn in de bebouwde kom één van de algemeenste vogels. Foto: Rutger Plaisier

Een succesvolle immigrant

Regio - Turkse tortels zijn in Ambacht één van de meest voorkomende vogels die je tegen kan komen. Vorig jaar was het in de wijk Kruiswiel in Ambacht één van de algemeenste vogels en telde ik 33 paartjes in de wijk. Vanuit elk huis moet je ze wel kunnen zien en zeker in het voorjaar vallen deze beige gekleurde duifjes, met een subtiel zwart halsbandje, op doordat ze op een schoorsteen of in een boom rustig zitten te koeren. In de meest lelijke tuinen lukt het ze bovendien nog wel om een nest te maken, ze hoeven maar een beetje beschut te zitten. Een paar takjes zijn bovendien al genoeg om de (meestal twee) eieren uit te broeden. Altijd afwachten of een ekster of kat niet het nest vindt natuurlijk, maar het zijn over het algemeen hele succesvolle broeders die tot wel zes nestjes per seizoen kunnen grootbrengen.

Dat snelle voortplanten heeft Turkse tortels zo’n honderd jaar geleden enorm geholpen, want deze kleine duifjes hebben zoals de naam al doet vermoeden een geschiedenis met Turkije. Het oorspronkelijke verspreidingsgebied van deze soort ligt namelijk van Klein-Azië tot in India en Zuid-China. Tot 1925 breidde de soort langzaam uit richting de Balkan en vestigde hij zich dus ook verder in Europa. Dat stabiliseerde eventjes, maar in de jaren ’50 nam de soort explosief toe en in 1950 kwam in Nederland het eerste paartje tot broeden in Oldebroek, op de Noord-Veluwe. In de dertig jaar die daarop volgde wisten ze heel Nederland en de rest van Noordwest-Europa te koloniseren. Nu komen ze overal voor in ons land, maar met name rondom bebouwing en mensen. Het is dus een echte cultuurvolger.

Groot is dan ook de tegenstelling met de zomertortel, ook wel tortelduif, waar de Turkse tortel vaak mee wordt verward. De zomertortel is een soort waar het heel slecht mee gaat in ons land. Dat duifje met roodbruine bovendelen is al jaren uit Ambacht en Zwijndrecht en grote delen van Nederland verdwenen. Dat is een gevolg van meerdere factoren, maar met name door de jacht rondom de Middellandse Zee (zomertortel trekken weg naar Afrika om te overwinteren) en de intensivering van de Nederlandse landbouw (geen graanresten, geen ‘onkruiden’, etc.). De Turkse tortel heeft de aantallen zomertortels dus ruimschoots ingehaald, maar houdt er wel een wat andere levensstijl op na door dichtbij de mensen te leven.

Turkse tortels zijn nu in Nederland echte standvogels. Ze trekken niet weg in de winter, alhoewel ze vaak wel samenkomen op plekken waar veel voedsel te vinden is. Dat kan zijn in tuinen waar veel wordt gevoerd, maar ook op plekken waar graan over wordt geslagen zoals in de haven van Zwijndrecht. Bovendien is de uitbreiding van de soort gestopt, alhoewel ze IJsland nog niet hebben bereikt. Daar ligt kennelijk toch wat teveel water tussen. In Nederland is de soort nu min of meer stabiel. Het verhaal van de Turkse tortel laat wel zien hoe snel een soort een land kan koloniseren, wat zal de volgende succesvolle immigrant zijn?

Heeft u vragen, zelf wat onbekends gezien of andere opmerkingen? Mail me gerust: cornelisfokker@gmail.com