's Avonds trekken gewone padden vanuit de overwinteringsplekken naar water om de eitjes te leggen. Door hun wrattige huid en dikke voorpoten zijn ze goed te onderscheiden van kikkers.
's Avonds trekken gewone padden vanuit de overwinteringsplekken naar water om de eitjes te leggen. Door hun wrattige huid en dikke voorpoten zijn ze goed te onderscheiden van kikkers. Foto:

Padden worden wakker

Naast vogels die arriveren uit de overwinteringsgebieden en hier hun zang weer laten horen, is maart ook de tijd van het jaar dat padden en kikkers wakker worden en weer beginnen te kwaken. De gewone pad is altijd één van de eerste die zich laat horen, vaak al in kleine slootjes of plassen. Gewone padden springen niet en hebben in tegenstelling tot kikkers een wrattige huid (niet glad). Ze zijn bovendien veel dikker gebouwd, met stevige voorpoten. Ze worden ca. 10 centimeter groot en kunnen wel tot 10 jaar worden. Gewone padden kan je eigenlijk overal wel tegenkomen, als er maar water in de buurt is. In deze tijd van het jaar kom je ze met name tegen in de avonduren. Gewone padden brengen namelijk de winter door in de beschutting waar het niet kan vriezen. Net onder de grond bijvoorbeeld onder struiken, onder een schuurtje of in de kruipruimte. Als de temperaturen ’s nachts vanaf eind februari beginnen te stijgen, gaan ze op weg naar voortplantingswater. Gewone padden trekken altijd ’s nachts, omdat ze door de zon zouden kunnen uitdrogen. De temperatuur moet hoog genoeg zijn omdat padden koudbloedig zijn, wat betekent dat ze zelf geen eigen lichaamswarmte kunnen maken. Bovendien hebben ze ’s nachts de minste kans om vijanden, zoals blauwe reigers, tegen te komen.

In sommige delen van het land kan paddentrek heel geconcentreerd voorkomen, waarbij gewone padden bijvoorbeeld in bos overwinteren en naar poelen trekken. Als daar dan toevallig een weg tussen ligt, vallen er vaak veel slachtoffers. Gewone padden zijn niet de snelste en als ze stap voor de stap een weg oversteken zijn ze kwetsbaar om overreden te worden. In deze regio is overal wel geschikt water aanwezig en kunnen ze ook op veel plaatsen overwinteren, waardoor de trek niet zo geconcentreerd is. Belangrijk is het dan natuurlijk wel om tuinen wel toegankelijk en geschikt te maken voor gewone padden, bijv. door geen volledig gesloten schuttingen te plaatsen ,maar met doorloopmogelijkheden. Ook egels en andere dieren zullen u daarvoor dankbaar zijn.

Eenmaal in het water aangekomen beginnen de mannetjes te roepen. Het klinkt zachter dan het gekwaak van kikker en is een soort zacht en hoog trillend piepje. In het water leggen gewone padden eisnoeren met tot wel zesduizend eieren. Deze komen vervolgens massaal uit en de larfjes (kikkervisjes) vormen dichte scholen. In tegenstelling tot de meeste andere amfibieën kunnen gewone padden ook voortplanten in wateren met veel vissen. Ze zijn namelijk in staat om gifstoffen af te scheiden, waardoor vissen de jongen en oude padden links laten liggen.

Als de eitjes gelegd zijn trekken de gewone padden weer uit het water. Het is wat dat betreft echt een landdier dat alleen in het water komt om zicht voort te planten. De rest van het jaar bivakkeren ze weer bovengronds waar ze allerlei insecten en slakken eten, die ze vangen met hun tong. Met hun relatief grote kop en brede bek kunnen ze ook flinke prooien wegwerken die niet veel kleiner zijn dan zichzelf, zoals naaktslakken of muizen.

Heeft u vragen, zelf wat onbekends gezien of andere opmerkingen? Mail me gerust:
cornelisfokker@gmail.com.