Het wrak van de neergestorte Fokker bommenwerper in het water van de Crezéepolder.
Het wrak van de neergestorte Fokker bommenwerper in het water van de Crezéepolder.

Een ongelijke strijd

Kunst en cultuur

Het opschrift boven dit artikel is toepasbaar op veel gebeurtenissen gedurende de meidagen van 1940. Dat geldt ook het volgende verhaal uit de meidagen van 1940. De inwoners van ons dorp hebben deze dagen, nu 83 jaar geleden, intensief beleefd..

Misschien wandelt u weleens in de Crezéepolder, het gebied tussen de Molendijk en de Noord, dat een aantal jaren geleden opnieuw natuurgebied is geworden. Bij het uitbreken van de oorlog zag het er min of meer vergelijkbaar uit met grienden en lag het buitendijks. Het was moeilijk toegankelijk en heette nog de Oude Bospolder. In 1941 is het in het kader van de werkverschaffing ingepolderd tot agrarisch land. De gemeentegrens tussen Ambacht en Ridderkerk liep en loopt nog steeds diagonaal door dit gebied. 

In de vroege morgen van maandag 13 mei 1940, het was Tweede Pinksterdag, stortte in deze grienden een Nederlandse bommenwerper neer, precies in de watergang die de grens tussen Ambacht en Ridderkerk vormde. De Fokker bommenwerper type T-V nr. 856 was die morgen vroeg om 5.19 uur van Schiphol opgestegen met als doel de Moerdijkbrug (de verkeersbrug) te bombarderen Het had daartoe twee zware bommen van elk 300 kg aan boord. De brug was voor de Duitsers van groot belang om vanuit Brabant de Randstad, en in het bijzonder Den Haag te kunnen bereiken, waar Koningin Wilhelmina en de regering zetelden. De bommenwerper werd uitgerust met een vijfkoppige bemanning. De ongehuwde. B.L. Swagerman, commandant van de expeditie, had zich vrijwillig voor de missie beschikbaar gesteld in plaats van een gehuwde collega. De mannen wisten dat het een gevaarlijke opdracht zou worden. De Duitsers beheersten op deze vierde oorlogsdag het gehele Nederlandse luchtruim omdat vrijwel alle Nederlandse militaire toestellen waren uitgeschakeld. De bommenwerper kreeg op z’n vlucht begeleiding van twee Fokker G-1 jagers.

Het eerste stuk van de tocht vlogen ze zeer laag richting Dordrecht, minder kans lopend om ontdekt te worden. Voorbij Dordrecht klommen ze tot de bombardeerhoogte van 1000 meter. Bij de bruggen gekomen wierpen ze direct de eerste bom af. Die ontplofte, maar miste helaas het gewenste doel. Even later werd de tweede bom afgeworpen, die niet ontplofte, Intussen waren de drie toestellen door de Duitsers ontdekt. Door 9 Messerschmitts werd het vuur op hen geopend. De ene Nederlandse jager werd geraakt en stortte in de buurt van Nieuw-Lekkerland te pletter. Het was inmiddels duidelijk dat het voor onze vliegers een ongelijke strijd zou worden. Bij de beschieting werd ook de bommenwerper geraakt en vloog in brand. Het leek erop dat het toestel onbestuurbaar was geworden. Ongeveer 19 minuten nadat het was opgestegen viel het, volgens ooggetuigen, redelijk vlak op z’n buik, in het Oostendamse Gat, de scheidingssloot tussen Ambacht en Ridderkerk. Een ooggetuige had  één bemanningslid zonder parachute uit het toestel zien springen. Zijn lichaam is later teruggevonden bij het tunneltje onder de Rijksweg. Twee bemanningsleden waren na de crash nog in leven. Ze probeerden uit het brandende toestel te komen en hun brandende kleren te doven in het water. De Duitse jagers keerden nog een keer terug om het neergestorte vliegtuig met machinegeweren te beschieten. Daarmee verloren deze twee bemanningsleden eveneens het leven. De tweede jager wist behouden op Schiphol terug te keren. 

Enkele burgers hebben later de lichamen van de omgekomen bemanningsleden geborgen. Ze zijn in eerste instantie op de (oude) Ridderkerkse begraafplaats Rusthof begraven. Later zijn ze elders in ons land herbegraven. Commandant Swagerman van de bommenwerper heeft postuum de Militaire Willemsorde gekregen. 

Historisch Genootschap

Arie Verhoeven