Afbeelding
Foto:

Zoden aan de dijk zetten

Ken jij deze uitdrukking? Hij komt voort uit onze al oude strijd tegen het water. Al vroeg in onze geschiedenis werden dijken en dammen aangelegd met zware klei, die daarna werd afgedekt met gras. Dat gras wortelde in de klei en gaf zo extra stevigheid.
De dijken werden aangelegd en onderhouden door de mensen die in een polder woonden (ingelanden genoemd). Wie veel grond had, zette veel zoden aan de dijk, maar kleine landheren zetten juist niet veel zoden aan de dijk. 

Maaien voor stevig gras

Het waterschap maait de dijken langs onze rivieren. De grasmat daar moet als eerste golven en hoog water van de rivieren kunnen weerstaan. Het gras of eigenlijk de graswortels op deze dijken moeten dus van een goede kwaliteit zijn. De kleilaag eronder spoelt dan minder snel weg. We maaien het gras op de dijken tweemaal per jaar en voeren het af. Zo komen er geen voedingsstoffen in de bodem en verschraalt deze, dit zorgt voor meer en diepere wortels. Dat is weer goed voor de erosiebestendigheid, zeg maar het afkalven en/of slijten van de dijk.

Extra voordelen

Deze maaiwijze zorgt voor een kruidenrijk grasmengsel, aantrekkelijk voor meer bijen en vlinders. Het gemaaide gras wordt deels gebruikt als bodemverbeteraar van landbouwpercelen. Daar zorgt het gras juist voor extra voedingsstoffen voor de bodem.