Nu brengen honderden wintertalingen in de natte gebieden in de regio de winter door, afkomstig uit broedgebieden in het hoge noorden. Foto: Rutger Plaisier.
Nu brengen honderden wintertalingen in de natte gebieden in de regio de winter door, afkomstig uit broedgebieden in het hoge noorden. Foto: Rutger Plaisier. Foto: Rutger Plaisier

Het kleinste eendje

De wintertaling is het kleinste eendje van Europa, maar ook wel echt één van de mooiste. Met name de mannetjes zijn opvallend en schitterend gekleurd. Ze hebben een kastanjebruine kop met een donkergroene vlek rond het oog, die als een druppel omlaag loopt. Het lichaam is grijs met een opvallend horizontale witte lijn en ze hebben een opvallende, gelige staart. Het vrouwtjes is net als alle andere vrouwtjes van eendensoorten vrijwel geheel bruin gekleurd, maar als ze vliegt zijn duidelijke groene vlakken op de vleugels te zien. Zogenaamde spiegels.

In de winter kan je met name in de Crezéepolder en op de Sophiapolder honderden van deze eendjes tegenkomen. Echter, ook rioolwaterzuiveringen zijn vaak goede plekken om veel wintertalingen en andere eendensoorten tegen te komen. In Zwijndrecht kunnen er wel vele honderden eenden rondzwemmen in de ronde bakken waar het water wordt gezuiverd. Naast de plekken waar ze naar voedsel zoeken, liggen ze vaak in een grote groep te rusten op de kant. Met de kop in de veren. Net zoals alle andere eenden zijn het met name nachtvogels, die pas op zoek gaan naar voedsel als de zon onder is. In de zomer zijn ze vooral op zoek naar allerlei beestjes in en onder het water, terwijl ze in de winter ook veel zaden en planten eten. Wintertalingen zijn vaak schuwe dieren en ze komen dan ook met name voor bij grote waterpartijen waar langs de oevers voldoende ruimte is om te schuilen. Ze zwemmen graag diep onder de struiken of bomen, om zo goed uit het zicht te blijven van vijanden. Slechtvalken en haviken zijn namelijk zeker niet vies van een wintertaling, en zo nu en dan vind ik ook een dode wintertaling die een aanvaring met één van deze twee snelle jagers heeft gehad.

Broeden doet de wintertaling niet in onze regio. Vroeger hebben ze dat mogelijk wel gedaan, maar in Nederland broeden ze uitsluitend nog in hoogveen- en moerasgebieden in o.a. Drenthe en Overijssel. De meeste wintertalingen die we hier in de winter zien, komen bovendien van veel verder weg. Dankzij terugmeldingen van geringde wintertalingen weten we dat veel van ‘onze’ wintertalingen in de zomer in Finland zitten, maar een deel komt ook uit het verre Rusland. Een groot deel van de die populatie vertrekt in de winter dus naar de waterrijke gebieden die de Nederlandse Delta rijk is.

En zoals de naam al doet vermoeden is er ook nog een tegenhanger van de wintertaling: de zomertaling. Deze is dan ook alleen in de zomer in Nederland en trekt 's winters naar de Sahel, de natte moeraszone ten zuiden van de Sahara waar miljoen trekvogels de winter doorbrengen. Zomertalingen komen in Nederland overigens voor in aanzienlijk lagere aantallen, meestal zien we in het voorjaar zo'n tien exemplaren van deze schitterende eendensoort. Broeden doen zomertaling helaas niet meer in onze regio, maar tijdens de trek komen ze nog jaarlijks langs gelukkig. Voordat we die gaan zien moeten we overigens nog even wachten tot maart, nu zijn het de wintertalingen die de klok slaan.

Heeft u vragen, zelf wat onbekends gezien of andere opmerkingen? Mail me gerust: cornelisfokker@gmail.com