Leo Gomes bij een door hem zelf gemaakt scheepsmodel van de Pieter Boele
Leo Gomes bij een door hem zelf gemaakt scheepsmodel van de Pieter Boele Foto:

Een scheepsmachine als hobby

Tekst en foto: Jan O’teur

Zwijndrecht
- Je hebt van die mensen, die graag met hun handen bezig zijn en daarmee de mooiste dingen maken. Wat hun ogen zien, maken hun handen, zeggen we dan. Zo iemand is Leo Gomes uit Zwijndrecht. Hij maakt onder andere prachtige olieverfschilderijen, maar het liefst houdt hij zich bezig met het sleutelen aan de machine van de stoomsleper Pieter Boele. Dat is zijn passie.

De stoomsleper Pieter Boele
In Dordrecht ligt, tussen de prachtige panden van de historische Wolwevershaven, de nog enige in zijn soort bestaande (Rijn)stoomsleper, de Pieter Boele. De 31 meter lange sleepboot werd in 1893 gebouwd op de scheepswerf van Boele te Slikkerveer. De Pieter Boele verrichtte zijn trouwe dienst tot 1965 en was daarmee de laatste stoomsleper op de Rijn. In 1970 kwam de stoomsleper weer in bezit van de Scheepswerf Boele, Toen de scheepswerf in 1987 failliet ging werd de stoomsleper overgedragen aan het toenmalige Maritiem Museum in Rotterdam, die de Pieter Boele vervolgens in bruikleen gaf aan de Stichting Dordt in Stoom met als doel de sleepboot te behouden als cultureel varend erfgoed. Vanaf die tijd wordt de Pieter Boele door een team van vrijwilligers in een bedrijfsvaardige staat gehouden en worden er regelmatig rondvaarten met het schip georganiseerd. 


Bezeten van de scheepvaart
Een van die vrijwilligers is Leo Gomes, die al 23 jaar de hoofdmachinist is van de Pieter Boele. Leo Gomes, 80 jaar oud uit Zwijndrecht is zijn hele leven al bezeten van de scheepvaart. Na een opleiding als machinist op de Hogere Scheepvaartschool in Amsterdam monsterde hij aan bij de Koninklijke Nederlandse Stoomboot Maatschappij. Hij heeft 10 jaar lang op passagiers- en vrachtschepen van de KNSM over de hele wereld gevaren. Maar toen kruiste Amor zijn pad, trouwde hij, kwam aan wal en ging in 1970 in Zwijndrecht wonen. Daar werkte hij 30 jaar bij Unimills. Bij zijn pensioen gaf zijn toenmalige directeur hem de suggestie mee om als vrijwilliger bij de Stichting Dordt in Stoom te gaan werken. En zo is het gekomen.

Hoofdmachinist op de Pieter Boele
Over de Pieter Boele raakt Leo niet uitgepraat. Met name over de machine van het schip, dat zijn kindje is. “Toen ik voor het eerst bij de machine kwam bleek er heel veel aan te mankeren. Van de ketel moesten 124 pijpen worden vervangen en het brandstofverbruik hebben we gehalveerd. Tal van onderdelen moesten vernieuwd worden. Onderdelen, die nergens meer te krijgen waren en dus gemaakt moesten worden. We moesten echt het wiel opnieuw uitvinden! In de loop der jaren hebben we de machine niet alleen opgeknapt, we hebben ook tal van verbeteringen aan kunnen brengen. Waar voor die tijd een zwarte rookpluim de Pieter Boele vergezelde is nu geen milieu-onvriendelijke uitstoot meer te zien”, aldus Leo.

Het vrijwilligersteam van de Pieter Boele
Om de Pieter Boele te laten varen moet er heel wat uurtjes aan het schip worden gesleuteld. En ook voor het varen zelf is de nodige mankracht nodig. Leo Vertelt: "We hebben een goed team van circa 25 vrijwilligers, waarvan zo'n 8 als machinist fungeren. Het zijn mannen, die dezelfde taal spreken en hart voor het schip hebben. Alleen gaat de leeftijd een rol spelen, veel van onze machinisten zijn inmiddels de 75 gepasseerd”. Daarom doet Leo bij deze een oproep aan mensen met een technische achtergrond, die interesse hebben in het onderhouden van de machine van dit prachtige nostalgische schip om met hem contact op te nemen. Want, zo eindigt hij enthousiast zijn betoog: "De Pieter Boele moet blijven varen!”.