Gele kwikstaarten zijn schitterend gekleurd, maar ze hebben een onopvallende, schrille zang.
Gele kwikstaarten zijn schitterend gekleurd, maar ze hebben een onopvallende, schrille zang. Foto: Cornelis Fokker

Gele kwikstaart: een typische akkervogel

Algemeen

Gele kwikstaarten zijn schitterende vogeltjes. De mannetjes met hun knalgele borst en donkerblauw petje zijn een opvallende verschijning. De kans om er in Ambacht eentje tegen te komen, is de laatste jaren echter flink kleiner geworden. Gele kwikstaarten zijn namelijk typische akkervogels, en akkers hebben we niet zoveel meer. Ook in Zwijndrecht is het er dus niet makkelijker op geworden om dit mooie vogeltje, met zijn lange ‘kwikstaart’, tegen te komen. In Ambacht broeden nog maar enkele paartjes, tussen de Langeweg en de A16. In Zwijndrecht vind je met wat geluk wellicht nog zo’n 10 paartjes in het buitengebied, maar de hoge druk op het typische akkerland doet geen goed voor deze soort.

Gele kwikstaarten arriveren in Nederland vanaf april, als ze de winter diep in Afrika hebben doorgebracht. In deze tijd van het jaar zijn ze nog volop bezig met de jongen van hun tweede legsel. Net als veel andere vogelsoorten broeden gele kwikstaarten namelijk twee nesten uit. Niet alleen als het eerste nest om wat voor reden dan ook mislukt. Het eerst legsel leggen ze in mei, vrijwel altijd in de tarwe. Vroeg in het voorjaar is dat gewas nog niet zo hoog en kunnen ze nog goed tussen de planten doorlopen. Kwikstaarten zijn namelijk insecteneters die al rennend over de bodem insecten vangen. Het gewas moet dan ook een beetje open zijn voor ze, maar ook wel weer genoeg beschutting bieden voor het klein, schitterend geweven nestje wat gewoon op de grond ligt.

Vanaf eind juni, als de jongen van het eerste nest vliegen, gaan ze in de weer voor het tweede nestje. De graanvelden zijn dan ondertussen veel te hoog voor ze, en niet meer geschikt om in te nestelen. De aardappels zijn echter dan alweer uit de grond en vormen weer een uitstekend gewas voor ze. De tweede nestjes zijn dan ook vrijwel altijd te vinden in aardappelpercelen. Dat wil overigens niet zeggen dat ze ook alleen in dat gewas op zoek gaan naar voedsel. In tegenstelling tot veel andere akkervogels kunnen ze honderden meters afleggen om voedsel te zoeken. Zodoende zijn ze niet sterk afhankelijk van het boerenland voor voedsel, maar kunnen ze bijvoorbeeld ook in nabijgelegen natuurgebieden voedsel vinden. Dat gedrag biedt zeker uitkomst voor gele kwikstaarten, nu blijkt dat het aantal insecten in akkergebieden sterk is afgenomen. Wellicht dat dat de verklaring is van het feit dat het landelijk met gele kwikstaarten zo slecht nog niet gaat, in tegenstelling tot de meeste weide- en akkervogels.

Het zal nu niet lang meer duren voordat de jongen van het twee nestje ook groot genoeg zijn om het nest te verlaten. Gele kwikken, zoals ze onder de vogelaars ook wel worden genoemd, verzamelen zich dan en in augustus begint de terugtrek richting de Sahel. De natte moeraszone in Afrika, tussen de Sahara en de tropen in. Een regio waar veel Nederlandse broedvogels de winter doorbrengen. Voor nu kunnen ze echter nog even geniet van de Ambachtse en Zwijndrechtse akkertjes. Voor zo lang de laatste er nog zullen zijn…

Heeft u vragen, zelf wat onbekends gezien of andere opmerkingen? Mail me gerust:
cornelisfokker@gmail.com