Opvolgster Esmee Gayet met Hendries Boele op OK: "Hij heeft altijd tijd voor je, ook als dat niet uitkomt.” Foto: Frederike Roozen
Opvolgster Esmee Gayet met Hendries Boele op OK: "Hij heeft altijd tijd voor je, ook als dat niet uitkomt.” Foto: Frederike Roozen Foto: Frederike Roozen - Slieker

Na bijna 50 jaar einde aan ziekenhuiscarrière

Algemeen

Bijna vijftig jaar fulltime werken in de zorg, waarvan het grootste deel in de hectiek van een operatieafdeling: hoe houdt een mens dat vol? Ambachter Hendries Boele (65) hoeft er niet lang over na te denken. “Flexibel zijn, elkaar onderling steunen, plezier en passie behouden, kunnen relativeren, je werk niet mee naar huis nemen… Ik zou het zo weer doen.” Hij trad vorige week terug als afdelingshoofd van de OK’s in het Albert Schweitzer ziekenhuis in Zwijndrecht.

Nuchter als hij is, heeft hij over het afscheid relativerende woorden paraat: “Zo is het leven. Iedereen is passant, de een blijft wat langer en de ander wat korter. Ik ben dankbaar dat ik het altijd in goede gezondheid heb mogen doen.” Was er dan in die halve eeuw nooit een moment dat hij heeft gedacht: nu eens wat anders? Hendries: “Ziekenhuizen zijn altijd in beweging, de medische wereld ook. Elke paar jaar kantelt er wel iets, dus er komt steeds nieuwe uitdaging op je pad. Waarom zou ik dan elders zoeken wat ik dichtbij huis heb? Het Albert Schweitzer ziekenhuis is een goede werkgever en ik heb veel fijne collega’s.”

Als 16-jarige werd hij in 1972 brancardier in het Diaconessenhuis Refaja in Dordt en begon daar met de opleiding verpleegkunde. In die periode keek hij een week mee op de OK’s en was naar eigen zeggen ‘meteen verkocht’. Vrijwel aansluitend koos hij voor de opleiding tot OK-assistent, om voorgoed op die afdeling te blijven. Eind jaren 90 werd hij er hoofd, tot vijf jaar geleden nog meewerkend. In het Zwijndrechtse ziekenhuis, zijn standplaats sinds 2001, heeft hij het fraaie OK-complex mede vorm kunnen geven. “Dat was een van de hoogtepunten in mijn loopbaan, dat we deze totaal nieuwe afdeling zelf vanaf de tekening mee konden ontwerpen. Bijna negen jaar na de ingebruikname zijn we er nog elke dag blij mee en trots op.”

Als een van de grootste kantelingen op medisch gebied in de OK, noemt hij de intrede van laparoscopische ofwel kijkoperaties in de jaren 90. “Voor steeds meer ingrepen hoefde geen grote snee meer gemaakt te worden, maar slechts enkele gaatjes. Met als gevolg een veel snellere hersteltijd voor de patiënt.” Zoiets geldt ook voor de orthopedische technieken. “Voor dat vakgebied heb ik een voorliefde. Vroeger was een patiënt die een nieuwe heup had gekregen ruim twee weken opgenomen, nu een of twee dagen. Er stond één heupprothese op een OK-programma, die ingreep duurde vrijwel de hele ochtend. Nu doen we er vier of vijf op een dag.”

Toch is het hem steeds gelukt de rust te bewaren. Zijn opvolgster Esmee Gayet werkte jaren onder de leiding van Hendries en zegt: “Hij heeft altijd tijd voor je, ook als het niet uitkomt. We kennen Hendries als betrokken, respectvol en creatief. De laatste tijd heeft hij mij ingewerkt, maar hoe stop je 50 jaar aan ervaring in een paar maanden? Daar heeft hij ook weleens zelf wakker van gelegen. Dan zei hij ’s morgens ‘ik lag vannacht te denken’ en dan kwam er weer een verhaal. Ik doe mijn best het gat dat valt, op te vullen. Want je mag wel zeggen dat Hendries een begrip is geworden…”