
Voor rede vatbaar….
HistorieBurgemeester Jan Heijkoop hield afgelopen maandagavond zijn laatste nieuwjaarsspeech tijdens een nieuwjaarsreceptie in het gemeentehuis. Veel Ambachters kennen deze heugelijke gebeurtenis in de huidige vorm. Maar vroeger was de opzet ervan anders.
Van een rede tijdens raadsvergadering …
Naar mijn inschatting is het verschijnsel ‘gemeentelijke nieuwjaarspeech’ in ons dorp zo’n negentig jaar oud. Burgemeester Johannes Kneppelhout (burgemeester van 1927-1938) begon met deze speeches. Zo las ik dat Kneppelhout begin februari(!) 1930 bij aanvang van de eerste gemeenteraadsvergadering in dat jaar een nieuwjaarsrede hield. Hij sprak toen over het overlijden van de toenmalige wethouder J. Stehouwer. Verder was hij blij dat in 1929 bij de Achterambachtseweg en de Paulusweg verlichting was aangebracht en dat in hetzelfde jaar een ‘reinigingsdienst’ was opgericht.
Traditie was ook dat na de nieuwjaarsrede de nestor van de raad een dankwoord uitsprak. In 1930 was dat het ARP-raadslid J. van Essen, in 1932 B.H. Wepster. Wepster was raadslid voor de Bezuinigingspartij en het hoofd van de openbare school bij de Veersedijk. Burgemeester Kneppelhout sprak toen over de moeilijke economische tijd. Toch was hij optimistisch: hij zei dat aan “elke helling een einde komt” en dat na de magere jaren “gewoonlijk ook weer betere volgen.” Ook in 1933, het jaar van de grote recessie, bleef hij positief. Verder las ik in de rede van 1935 over de “verharding van de Veerschendijk” en over de komst van de 5000e bewoner van Ambacht. En: in 1958 kondigde burgemeester G.A. Bax de komst van de 7000e bewoner in onze gemeente aan!
… naar een speech bij de nieuwjaarsreceptie
Burgemeesters en nestors kwamen en verdwenen, maar de traditie van de nieuwjaarsrede -uitgesproken de eerste raadsvergadering in het nieuwe jaar en daarna een dankwoord door het oudste raadslid - overleefde veel bestuurders. Maar ook deze twee gewoontes veranderden.
Navraag leert dat men in de tweede helft van de jaren zeventig afstapte van de gewoonte om de nieuwjaarsrede tijdens een raadsvergadering uit te spreken. Onder burgemeester J. Hof (burgemeester 1978-1988) kwamen de nieuwjaarsrecepties. Dat hij de burgers bij de nieuwjaarsredes wilde betrekken, is niet verwonderlijk. Hij was eerder hoofd van de afdeling voorlichting van Cebeco Zuid-Holland en was gericht op publiciteit. Ik las dat Hof van recepties hield. Daarom lag het voor de hand dat hij dit soort recepties invoerde. Hof gaf zo de Ambachtse bevolking de gelegenheid om college- en raadsleden persoonlijk nieuwjaar te wensen én de rede van de burgervader te beluisteren. Met deze wijziging verdween ook het dankwoord van de nestor van de raad. Dat was een tegenvaller voor raadsleden: de burgemeester spreekt tijdens deze receptie, de raad moet zwijgen…..
Persoonlijke kleur
Nieuwjaarstoespraken bieden bestuurders de mogelijkheid om hun boodschap een persoonlijke kleur te geven. Dat deed bijvoorbeeld burgemeester Herman Jonker in 2001. Hij liet zich leiden door de toekomstvisie met de mooie Nederlandse titel “Drechtstad: Shipping Valley 1999-2015.” Drechtstad zou dan de vierde stad van Nederland worden. “Als vierde gemeente van Nederland zit Drechtstad aan tafel van het kabinet en vindt in Brussel nadrukkelijk gehoor. Ook bij de verdeling van ‘stedelijk geld’ staat Drechtstad vooraan”, zei Jonker optimistisch. De regionale geschiedenis leert echter dat het concept Drechtstad à la 2015 niet van de grond kwam.
Willem Schneider