V.l.n.r. Annemarie, José en Patricia moesten half maart halsoverkop naar Dordwijk.
V.l.n.r. Annemarie, José en Patricia moesten half maart halsoverkop naar Dordwijk.

‘Nu we er zijn, valt het mee’

Algemeen

Dat de verpleegafdelingen van het Albert Schweitzer ziekenhuis in Zwijndrecht op termijn naar Dordwijk zouden verhuizen, stond al vast vóór de corona-uitbraak. Het ziekenhuis in Zwijndrecht wordt op den duur immers een dagcentrum, zoals in De Brug van vorige week uitgebreid werd toegelicht. Maar het virus maakte de verhuizing van de afdelingen C en F versneld werkelijkheid.

Dat kwam best hard aan bij personeelsleden die aan de locatie verknocht zijn. “Na mijn laatste nachtdienst heb ik zitten janken”, vertelt verpleegkundige José Riebeek. Halsoverkop werden beide afdelingen half maart naar Dordwijk verplaatst, met bedden en al, om de coronacrisis mee op te vangen. De meeste teamleden kwamen te werken op de inderhaast ingerichte corona-afdeling V05. Er sprongen ook collega’s bij op andere afdelingen. José en haar collega’s voelden bij hun vertrek uit Zwijndrecht al aan dat de verhuizing definitief zou kunnen zijn. “Een onderbuikgevoel.”

José laat een foto zien waarop ze, 31 jaar jonger, te zien is in een vrachtwagen die bedden met patiënten vanuit het RK-Ziekenhuis naar het nieuwe Jacobus bracht. “Ik werk hier vanaf de eerste dag, ik ben helemaal verbonden met dit ziekenhuis.” Voor haar is de locatie altijd gekenmerkt door de ons-kent-ons-sfeer en de korte lijnen. “Als ik op Dordwijk kwam, vond ik het daar wat killer.” Omgekeerd heerste er op Dordwijk een bepaald beeld van Zwijndrecht: “Dat wij het hier niet zo druk hadden en vooral minder complexe zorg leverden.”

Beide wederzijdse ‘vooroordelen’ verdwenen tijdens de coronatijd. José: “Wij wisten in het begin op Dordwijk onze spullen en de weg amper te vinden. Maar zodra ik zei dat ik uit Zwijndrecht kwam en zoekende was, kreeg ik direct hulp. Heel collegiaal. Nu ik er ben, valt het me mee.” Collega Annemarie van Dijk, die in het verleden al op Dordwijk werkte: “Het idee dat wij in Zwijndrecht minder bekend of vertrouwd zouden zijn met acute situaties, hebben we nu zelf kunnen wegnemen. We hebben ons mannetje gestaan. We zorgden op V05 voor ernstig zieke, vaak jonge mensen met corona. Sommigen moesten met spoed naar de IC, omdat ze ongelooflijk snel achteruitgingen. Vijf reanimaties maakten we mee. We hebben een grote bijdrage geleverd en dat maakt me trots.”

Patricia Dokman, zestien jaar werkzaam op afdeling F: “Het was een rollercoaster, maar we móesten sterk staan omdat er geen andere optie was – voor de patiënten niet en voor onszelf niet. Het bracht veel saamhorigheid. Alles was anders. We keken naar onze patiënten achter gesloten deuren via de camera, of vanachter ons masker. Geen aanraking, geen familie op bezoek, twintig keer per dienst omkleden was geen uitzondering. Ook buiten het werk was het lastig afstand nemen. Dan kwam je gebroken thuis, maar op de groepsapp gingen belangrijke mededelingen door. Je kon je niet veroorloven om dat langs je heen te laten gaan.”

Inmiddels is de meeste specifieke coronazorg in Dordrecht ‘afgeschaald’. Maar het personeel van de Zwijndrechtse afdelingen blijft er nog hard nodig, vertelt ziekenhuiswoordvoerder Frank van den Elsen. “De collega’s van afdelingen F en C zijn onmisbaar om de acht operatiekamers op Dordwijk allemaal weer in bedrijf te krijgen en houden, om alle opnames te kunnen bolwerken en om het Observatorium te ondersteunen waar de coronaverdachte patiënten worden opgenomen. We moeten paraat blijven voor nieuwe corona. En het ziekteverzuim is na de crisis opgelopen.” Door de druk en de krapte kan de locatie Zwijndrecht nog niet helemaal opstarten, aldus de woordvoerder: “Om in Zwijndrecht weer maximaal operaties te kunnen uitvoeren, is een ‘short-stay’ nodig waar patiënten voorlopig nog één of enkele nachten doordeweeks kunnen verblijven. Op 1 september kan die van start. Vanuit die situatie groeien we dan door naar het dagcentrum, met uiteindelijk geen nachtopnames. Daar zit geen harde termijn aan, het gebeurt zodra het kan.” Tot 1 september zijn er alleen dagbehandelingen in Zwijndrecht.

De verpleegkundigen begrijpen de gemaakte keuzes, rationeel gezien. Maar daar wordt het niet makkelijker door, ook omdat niet duidelijk is waar medewerkers uit Zwijndrecht uiteindelijk terechtkomen en volgens welke criteria. José: “Op 3 november ben ik veertig jaar in dienst. Om op dat moment geen eigen, vaste afdeling te hebben, zou ik zuur vinden.” Annemarie: “Ik hoop vooral dat het voor alle collega’s zo netjes mogelijk zal verlopen, dat iedereen zich uiteindelijk prettig voelt op een mooi plekje.”