Krakeenden komen steeds meer voor in Nederland. Het vrouwtje (links) lijkt veel op de normale wilde eend, het mannetje is een stuk grijzer. Beide geslachten hebben een opvallende witte 'spiegel' in de vleugel.
Krakeenden komen steeds meer voor in Nederland. Het vrouwtje (links) lijkt veel op de normale wilde eend, het mannetje is een stuk grijzer. Beide geslachten hebben een opvallende witte 'spiegel' in de vleugel. Foto: Cornelis Fokker

Krakeenden in de slootjes

Algemeen

Eenden kent iedere inwoner van Ambacht en Zwijndrecht wel. In vijvertjes en sloten zitten altijd wel wilde eenden, maar de oplettende bewoner heeft vast al wel gezien dat er hier en daar ook andere eenden tussen zitten. Tegenwoordig is de kans namelijk best groot dat er ook krakeenden in de singels rondzwemmen, iets wat vroeger niet denkbaar was. Met krakeenden gaat het namelijk al tientallen jaren voor de wind in Nederland, in tegenstelling tot veel andere vogels waar het niet goed mee gaat. Sinds de jaren ’60 nemen krakeenden toe, daarvoor was het een zeldzame broedvogel die hier niet of nauwelijks voorkwam.

Mannetjes krakeenden zijn goed herkenbaar aan hun grijsbruine voorkomen. Ze hebben een bruin kop en een zwart achterlijf, met een lichtbruine staartpunt. De snavel is zwart en ze hebben opvallend lange schouderveren. De vrouwtjes lijken erg op vrouwtjes van de wilde eend, de soort die het meest algemeen is, maar ze hebben een opvallend wit ‘blok’ in de vleugel, waarmee ze zich onderscheiden. En deze toch wel saai gekleurde eenden doen het dus goed in ons land, en ook in Ambacht. De toename sinds ruim 50 jaar heeft waarschijnlijk te maken met de drooglegging van grote moerasgebieden in Oost-Europa en Rusland. De krakeenden daar moesten ergens anders heen, en in Nederland zijn sinds die tijd veel nieuwe natuurgebieden aangelegd, waar ze duidelijk van lijken te profiteren. Nu is het zover gekomen dat ze ook gewoon in onze woonwijken rondzwemmen en broeden.

Opvallend is overigens dat het met onze wilde eend, u kent ze wel, de mannetjes met de groenglanzende kop, helemaal niet zo goed gaat. Dat is opvallend, want op het oog hebben ze ongeveer hetzelfde nodig als krakeenden. Zowel krakeenden als wilde eenden zijn vooral planteneters (bladen stengels en zaden), maar vooral tijdens de wintermaanden eten ze ook dierlijk voedsel. Vooral insecten en waterslakken worden dan gegeten. Onderzoekers zijn hier nog niet uit wat het verschil tussen beide soorten kan verklaren.

Mede door de achteruitgang van wilde enden komt het voor dat krakeenden op sommige plekken talrijker zijn dan wilde eenden. In de Ambachtse slootjes is dat zeker niet het geval, maar buiten de bebouwde kom vaak wel. Op de Sophiapolder kan je nu bijvoorbeeld honderden krakeenden zien. Dit zijn voor een groot deel broedvogels uit Scandinavië die naar de waterrijke gebieden in Nederland trekken om te overwinteren. Zo zitten er in de winter dus nog flink meer krakeenden dan in de zomer. De kans bestaat dat ook de krakeenden die door de slootjes in het dorp drijven ook van ver komen.

Ten slotte zal ondertussen menig lezer zich hebben afgevraagd waar die naam krakeend nou wel niet vandaan komt. Zijn naam heeft de krakeend echter te danken aan het geluid dat hij maakt, wat met enige fantasie wel kan worden beschreven als ‘krak’. Let dus vooral de komende tijd op de eenden in de slootjes, niet alleen op het uiterlijk, maar ook op hun roep!

Heeft u vragen, zelf wat onbekends gezien of andere opmerkingen? Mail me gerust:
cornelisfokker@gmail.com